Samenwerkingsakkoord Everberg
Het Belgische jeugdbeschermingsrecht hangt als een lappendeken aan elkaar. Een doordacht en coherente visie op detentie van minderjarigen ontbreekt sinds jaar en dag. Zowel de Raad van Europa als het Kinderrechtencomité tikten België al meermaals op de vingers hiervoor.
Een ingewikkelde bevoegdheidsverdeling en het gebrek aan investeringen in alternatieven voor detentie doen jeugdrechters klagen. Er is er onvoldoende plaats in gesloten jeugdinstellingen. Of worden de beschikbare plaatsen niet juist ingevuld? In een nooit gezien tempo toverde de federale overheid een jeugdgevangenis uit haar hoed. De gemeenschappen werken mee om nog enig niveau van pedagogische begeleiding te kunnen voorzien.
Het Kinderrechtencommissariaat heeft fundamentele opmerkingen:
- het ingevoerde systeem van ‘voorlopige hechtenis’ past misschien wel binnen een coherent jeugdsanctiesysteem, maar staat haaks op het bestaande jeugdbeschermingssysteem,
- alweer worden ingrepen doorgevoerd op grond van vooronderstellingen en morele paniek, en niet op grond van wetenschappelijke gegevens over jeugddelinquentie,
- Everberg heeft enkel plaats voor jongens, niet voor meisjes,
- er is een verschil in detentieregime en rechtsbescherming tussen de jeugdgevangenis en de gemeenschapsinstellingen, ook voor exact dezelfde misdrijven,
- de plaatsing in Everberg hangt niet zozeer af van juridische criteria, enkel van een toevallig plaatsgebrek in de andere jeugdinstellingen,
- de bewoording van de wet schendt het principe van onschuld,
- het samenwerkingsakkoord met de gemeenschappen is bijzonder slordig opgesteld.
Het Kinderrechtencommissariaat betreurt ten zeerste dat de Vlaamse Gemeenschap hier haar verantwoordelijkheid niet opnam. De hoge kost van detentie overtuigt blijkbaar nog onvoldoende om meer te investeren in minder kostelijke alternatieven en preventie.
Bekijk de tekst
Bezorgd
Dit advies bezorgden we aan de leden van de Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen van het Vlaams Parlement.