Wat als je gepest wordt op school? Hoe kan dat stoppen en wie kan je helpen?

Pesten kent veel vormen. Uitlachen, uitschelden, uitsluiten, spullen stelen of kapotmaken, slaan ... Soms gaat pesten ook online verder. Dat heet cyberpesten. Heel vaak is het zo subtiel dat volwassenen het niet eens merken. Maar pesten heeft heel grote gevolgen. 
 
Soms durft een kind of jongere niemand te vertellen dat hij of zij gepest wordt. Toch is dat belangrijk, om pesten een halt toe te roepen. Erover praten draagt ook bij aan het welzijn en de gezondheid. Dat kan met ouders, een vertrouwenspersoon of een hulplijn
 
De school moet zorgen dat ze een goed antipestbeleid heeft, zodat alle leerlingen veilig naar school kunnen gaan. Ze heeft ook de taak om leerlingen te helpen opgroeien tot gezonde en evenwichtige volwassenen, die respect hebben voor elkaar. Daarom moet ze werk maken van een warm en veilig klimaat, waarin iedereen zichzelf kan zijn en zich kan ontplooien. Belangrijk is dat pesten of ander grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar is en dat leerlingen weten bij wie ze terechtkunnen op school met vragen of klachten. De website van Alles over pesten vertelt scholen hoe ze pesten kunnen aanpakken. 

"Uit onderzoek blijkt dat 1 op de 6 kinderen en jongeren in Vlaanderen het slachtoffer is van pesten en 1 op de 14 van cyberpesten. Dat is veel, heel veel."

Een goed antipestbeleid op school is cruciaal 

Elke school heeft een pedagogisch project dat de visie van de school op onderwijs en opvoeding definieert. De keuze en invulling van dat project zijn vrij en vormen de levensbeschouwelijke of filosofische basis voor het onderwijs. Het schoolbestuur kan vrij kiezen voor een opvoedingsconcept. Die schoolvisie maakt ook duidelijk hoe de school kijkt naar de leerlingen en welke waarden, normen en grenzen vastliggen. 
 
Uiteraard moet die visie de kinderrechtentoets doorstaan. We vinden het cruciaal dat er in het pedagogisch project ook een degelijk antipestbeleid zit en dat de aandacht voor pesten een duidelijke beleidskeuze is. We zien helaas dat dat in heel wat scholen nog ontbreekt. 

Een goed antipestbeleid pakt pesten structureel en integraal aan. In onze contacten met scholen benadrukken we daarom telkens opnieuw het belang van een beleid over welzijn en welbevinden, om pesten en ander grensoverschrijdend gedrag aan te pakken en te voorkomen. We vragen om welbevinden en pesten bespreekbaar te maken op school en in de klas en om aandacht te hebben voor het welzijn van elk kind. Ook in het lessenpakket moeten pesten, emoties en empathie nog meer een plaats krijgen. Kinderen en jongeren moeten weten waar ze terechtkunnen. Vaak hebben ze het gevoel dat ze er alleen voor staan en dat ze er niet tegenop kunnen door de groepsdruk of het taboe. Kinderen en jongeren moeten pestgedrag anoniem kunnen melden en een leerkracht in vertrouwen kunnen nemen.

Aandacht voor pesten buiten de schoolmuren 

Pesten door medeleerlingen stopt niet aan de schoolpoort. Het treft kinderen en jongeren ook op weg van en naar school. Of het gebeurt online. Vaak zijn online- en offlinepesten met elkaar verbonden.
Cyberpesten is een ernstig probleem. Het vindt vaak zijn oorsprong waar kinderen en jongeren elkaar ontmoeten, op school dus. Maar het zet zich na schooltijd verder, wanneer de leerling thuis is. 

Vandaag zien we grote verschillen in hoe scholen pesten dat de schoolmuren overstijgt aanpakken. We vragen hen om in te zetten op preventie, mediawijsheid en informatie over de privacywetgeving. Langetermijnacties en sensibiliseren over cyberpesten en sexting blijven heel erg nodig. 

Wat zegt het kinderrechtenverdrag?

Artikel 29 zegt dat het onderwijs gericht moet zijn op de ontplooiing van de persoonlijkheid en de talenten van het kind en het kind moet voorbereiden op een leven als volwassene. De school moet haar leerlingen eerbied voor de rechten van de mens bijbrengen en respect voor de culturele en nationale waarden van het kind en van anderen. Ze moet kinderen voorbereiden op een verantwoord leven in een samenleving, in een geest van begrip, vrede, verdraagzaamheid, gelijkheid en vriendschap.
 
Andere artikelen uit het kinderrechtenverdrag vullen dat verder aan:

  • Artikel 2 zegt dat discriminatie niet kan.
  • Artikel 3 stelt dat het belang van het kind bij elke beslissing de eerste overweging moet zijn.
  • Artikel 12 geeft kinderen het recht om hun mening te uiten en om zich te verdedigen. 
  • Artikel 16 garandeert dat kinderen recht hebben op bescherming van hun privacy.
  • Artikel 19 zegt dat geweld, psychisch of fysiek, niet kan.

Wie kan je nog helpen?

  • Het CLB van de school
  • De CLB Chat 
  • Awel, de telefonische en onlinehulplijn voor kinderen en jongeren
  • Het JAC, het jongerenaanbod van het CAW
  • Childfocus geeft meer informatie over cyberpesten.
  • Grenswijs helpt om een beleid op te stellen voor agressie, pesten en (seksueel) grensoverschrijdend gedrag.
  • Scholen kunnen de zelfscan van Grenswijs doen om te ontdekken of ze goed bezig zijn.
  • Het Vlor-platform Welbevinden en preventie van pesten op school ontwikkelde een Antipestslang die schoolteams kan inspireren voor hun antipestbeleid. 
  • Pimento geeft workshops en vormingen en ontwikkelde methodieken rond verschillende thema’s, zoals pesten, die ze aanbieden aan schoolteams, jeugdwerkers en jongerenbegeleiders. 
     

Pleidooi voor een Kenniscentrum Pesten

Samen met andere organisaties en academici pleit het Kinderrechtencommissariaat al jaren voor een Kenniscentrum Pesten: een multidisciplinaire en onafhankelijke organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling over pesten. Er is vandaag al veel expertise en wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk om dat verder te zetten om effectiever te worden. Maar het wetenschappelijk onderzoek moet ook gebruikt worden om pesten aan te pakken. 

In Vlaanderen is er nog veel werk aan de winkel. Scholen, sportclubs, jeugdverenigingen: vaak zijn ze wel overtuigd van het belang van een antipestbeleid, maar door te weinig knowhow beperken ze zich tot vluchtige sensibiliseringscampagnes en ad-hocoplossingen. Soms zijn interventies zelfs contraproductief en leiden ze tot meer pesten. Een antipestbeleid gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek kan ervoor zorgen dat acties effectief tot minder pestgedrag leiden. 

We pleiten daarom voor de oprichting van een gespecialiseerd kenniscentrum over pesten, dat de krachten bundelt, wetenschappelijk onderzoek vertaalt naar de praktijk, instrumenten ontwikkelt en opleidingen aanbiedt.