Is het lawaai van spelende kinderen of jongeren overlast?

Spelen kan lawaai maken en dat botst soms met mensen die een rustige buurt willen. Buurtbewoners gaan soms zelfs tot bij de rechtbank om de geluidshinder van spelende kinderen een halt toe te roepen. Dat legt het speelplezier van de kinderen aan banden. Ouders, professionals, kinderen en jongeren melden ons dat en vragen wat ze kunnen doen om het recht op spel veilig te stellen.

De wet garandeert niet het recht op luid speelplezier. Daarom nemen we samen met de melders contact op met de lokale ombudsman. We informeren het stads- of gemeentebestuur over organisaties die lokale besturen bijstaan in hun aanpak van het recht op spel van kinderen, ook als dat voor lawaai zorgt. En we pleiten voor een constructieve dialoog tussen de buurtbewoners, het stads- of gemeentebestuur en de ouders, kinderen en jongeren, om samen tot een oplossing te komen.

"Ik ben vader van een kleuter en een baby. Vorige zomer is er in de buurt een mooi pleintje aangelegd met een paar speeltuigen. We zijn er al vaak gaan spelen. Na een klacht van buren over overlast werd het speeltuintje afgesloten. Maar wie komt op voor het recht op spel van kinderen?"

Wat zegt het Kinderrechtenverdrag? 

  • Artikel 2 zegt dat discriminatie niet kan.
  • Artikel 6 en 24 zeggen dat de overheid de ontwikkeling en de gezondheid van kinderen zo ruim mogelijk moet waarborgen. En genoeg vrije tijd en genoeg kansen om te spelen en te bewegen zijn essentieel voor een goede ontwikkeling en gezondheid. 
  • Artikel 12 geeft kinderen het recht om hun mening te uiten en om zich te verdedigen. 
  • Artikel 31 geeft alle kinderen recht op vrije tijd, spelen en sporten. Spelen en sporten zijn namelijk heel belangrijk voor hun ontwikkeling. Daarom moeten alle kinderen er ook de tijd en ruimte voor krijgen. De overheid moet ervoor zorgen dat ieder kind daarin gelijke kansen heeft.

Wat zegt de wet? 

Er is geen wet die kinderen verbiedt geluid te maken als ze spelen. Kinderen mogen dus joelen, roepen, zingen of wenen als ze spelen. Maar er is ook geen wet die spelende kinderen beschermt tegen juridische stappen tegen hun geluidshinder. 

Overlast is volgens de wet ‘het gedrag van een (groep) burger(s) dat een andere burger als lastig kan ervaren’. Dat kan dus ook geluidshinder van spelende kinderen zijn. Meestal beroepen de buurtbewoners zich op artikel 544 en artikel 1322 van het Burgerlijk Wetboek, dat buurtbewoners beschermt tegen burenhinder. De buurtbewoners leggen hun klacht dan voor aan een rechter. Die onderzoekt en beoordeelt de zaak. Soms concludeert hij in het nadeel van de spelende kinderen, maar soms ook in hun voordeel. Zo beschouwde een rechter in Dendermonde ‘kindergeroep en -gejoel bij plezier niet als ondraagbare, abnormale burenhinder’, waardoor de kinderen konden blijven spelen. 

Meer weten?